Onder het bewuste

weblog over het onbewuste
  • Home
  • Artikelen
  • Achtergrond

  • Onderwerp "psychologische theorie"

    "Brilliancy" en de vader

    Zoals ik eerder schreef, wordt "Brilliancy" in de Diamond Approach gezien als een soort algemene intelligentie. Een intelligentie die over alle "Essentiële" aspecten van de psyche zou gaan. Daar heb ik zo mijn twijfels over.

    Vader en intelligentie

    In zijn boek hierover schrijft A.H. Almaas dat het doorwerken van issues over het missen van je vader leidt tot dit Essentiële aspect. Toen ik naar aanleiding van wat ik hierover las zelf issues rond mijn vader verwerkte, had ik behoorlijk intense ervaringen hiervan. Ik ging duidelijk meer detail en kleur zien. Die ervaringen waren voor mij destijds reden het voor waar aan te nemen, wat Almaas over vader-issues schreef.

    Echter, ook destijds al viel het me op dat er iets bij mij anders zat. Almaas verklaart de connectie met Brilliancy er o.a. mee, dat mensen hun vader met "intelligentie" zouden associëren (als kind). Ik geloof niet dat ik dat deed. Mijn vader wist misschien dingen die ik als klein kind niet wist, maar dat voelde ik niet als een uiting van intelligentie van hem. Mijn moeder wist ook dingen die ik nog niet wist en misschien wel meer als mijn vader.

    Wèl de vader, niet de moeder?

    Recent ontdekte ik, dat ook issues rond me afhankelijk voelen van mijn ouders, en vooral van mijn moeder, na verwerken tot die staat van Brilliancy leidden. Dat is niet iets wat in Almaas' boek staat.

    Ik ben me toen gaan afvragen waarom hij wel de vader, maar niet de moeder noemt, met betrekking tot dit aspect. Ik herinnerde me toen dat tijdens de retreat over Brilliancy het onderwerp "vader" overgeslagen werd. Nu was de senior teacher, die de onderwerpen bepaalde, een vrouw. Speculerend zou ik me voor kunnen stellen dat zij dit associëren van de vader met intelligentie, maar niet de moeder, als seksistisch zou hebben kunnen zien en het daarom niet behandelde.

    Nu komt Almaas (echte naam Hameed Ali) oorspronkelijk uit Koeweit. Dat is een islamitisch land, waar je kunt verwachten dat men, zeker in de tijd van Almaas' jeugd, mannen als superieur aan vrouwen zag, bijvoorbeeld in het opzicht van intelligentie. Bij het verwerken van gevoelens gaat het erom wat iemand zelf voor visie heeft en niet zozeer wat objectief waar is. Dus het zou kunnen dat het voor Almaas zelf zo werkte. Echter, zoals ik eerder al schreef, associeer ik mijn vader niet met intelligentie, terwijl het verwerken van de betreffende issues wèl tot die staat van Brilliancy leidde. Ik denk dat er wat anders aan de hand is.

    Onderscheidingsvermogen

    Ik denk dat de "Brilliancy" van de Diamond Approach in feite geen algemene intelligentie is, maar daar alleen op lijkt. Ik ben destijds intensief bezig geweest met het boek van Almaas hierover, en heb van al de in het boek genoemde thema's issues van mezelf doorgewerkt. Ik heb wat van die ervaringen ook met mijn private teacher van toen besproken. Daarom ben ik er vrij zeker van dat het daadwerkelijk "Brilliancy" was dat ik vele malen ervaren heb. Die staat was er altijd één van meer detail zien, meer verschillende kleuren onderscheiden en meer gemak met het verdragen van omstandigheden. Ik interpreteerde het gevoel ook als intelligentie.

    Maar intelligentie omvat bijvoorbeeld ook een toegenomen vermogen tot begrijpen en van inzicht in situaties. Dat heb ik niet werkelijk zo ervaren. Zo algemeen in de psyche is die intelligentie van Brilliancy niet, die voelt vrij specifiek aan. Ik zou het liever omschrijven als een vermogen tot onderscheiden. Meer details en meer veschillende kleuren onderscheiden in het visuele vlak. Minder onder de indruk zijn van situaties doordat je er meer aspecten van ziet. Een helderder geest door dat grotere onderscheidingsvermogen. Maar niet meer begrip of inzicht, of compassie bijvoorbeeld, anders dan gebaseerd op dat vergrote onderscheidend vermogen.

    Belangrijkheid en onbelangrijkheid

    Bij het verwerken van issues rond het missen van de vader gaat het, naar mijn idee, niet om intelligentie. Ik denk dat het om belangrijkheid en onbelangrijkheid gaat. Over waar je veel aandacht aan besteed en aan wat weinig. Die hoeveelheid aandacht is gerelateerd aan de hoeveelheid onderscheidend vermogen. Als je als kind je vader als belangrijk ervaart in het gezin, zal het niet aanwezig zijn van die belangrijke vader gevolgen hebben voor hoeveel aandacht je aan de actuele situatie besteedt. Die zal minder zijn dan wanneer dat niet zo'n issue voor je zou zijn.

    Dit speelt ook bij het beschermen door de vader, zoals Almaas dat als vader-issue ziet bij Brilliancy. Als er een acute bedreiging is, is dat beschermen heel belangrijk. Daar gaat veel aandacht naar uit, net zoals naar de dreiging zelf. Wanneer dat beschermen de vorm aanneemt van bewaken, dan is er ook een issue rond belangrijkheid en onbelangrijkheid. Als je bewaakt, dan besteedt je aandacht aan veel dingen die onbelangrijk zijn, omdat daar mogelijk een belangrijke bedreiging op kan duiken. Daar is een conflict tussen belangrijk en onbelangrijk.

    Ook bij andere issues die Almaas noemt, zoals een gevoel van incompleetheid, of bij bewonderen, is er naar mijn idee sprake van issues rond belangrijkheid en onbelangrijkheid. Zoals gezegd leidt het verwerken van die issues tot een gevoel van een groter onderscheidingsvermogen, wat het meest opvalt. Ook ontstaat er een verbeterde inschatting van wat belangrijk voor je is en wat niet.

    Psychisch - dus eigen schuld?

    © | 8 oktober 2020 | , | reageren (0)

    Met enige regelmaat zie ik, dat als de suggestie gewekt wordt dat een lichamelijk probleem een psychische oorzaak zou kunnen hebben, mensen defensief reageren. Ik suggereerde iemand die een onverklaarbare pijn in haar been had eens, om te gaan voelen wat daar precies aan de hand was en dat dat voelen tot een verwerking zou kunnen leiden. De reactie "Oh, dus je wilt zeggen dat het mijn eigen schuld is, die pijn?" stelde me teleur. Helaas was het niet de eerste keer dat ik zo'n defensieve reactie zag.

    Zelf ben ik veel bezig geweest met de psychische oorzaken van de lage rugpijn die mij jarenlang plaagde. Ik heb veel verschillende gevoelens die daarmee te maken hadden verwerkt. Inmiddels heb ik er al zo lang geen last meer van gehad, dat ik met zekerheid kan zeggen dat bij mij de oorzaken van die pijn hoofdzakelijk psychisch waren. (Overigens heb ik naderhand ook andere gevoelens verwerkt dan die ik in het eerder gelinkte artikel beschreef.) Het waren deze eigen ervaringen met lage rugpijn die mij ertoe brachten de vrouw met de pijn in haar been voor te stellen te gaan voelen wat er aan de hand was.

    Zo'n zelfde defensieve reactie las ik in een column van Ionica Smeets. Zij schrijft over langdurige klachten na corona en zegt dan:

    Te vaak zijn onbegrepen verschijnselen afgedaan als iets psychisch. Misschien doordat het voor sommige artsen makkelijker is om te doen alsof het aan de patiënten ligt, dan om toe te geven dat ze zelf iets niet begrijpen.

    Wat zij hier impliciet en expliciet zegt, zijn een aantal dingen waarvan ik vermoed dat wel meer mensen die denken:

    1. Als een arts zegt dat een lichamelijke klacht een psychische oorzaak heeft, geeft deze de patiënt de schuld, het zou dan aan de patiënt zelf liggen.
    2. Als een arts zegt dat een verschijnsel een psychische achtergrond heeft dan gaat het in feite om een onbegrepen iets en is het alleen maar een excuus, want het is niet werkelijk psychisch. Lichamelijke klachten hebben geen psyschische oorzaken.
    3. Een arts die zegt dat iets een psychische achtergrond heeft wil niet toegeven dat het in feite haar of zijn begrip te boven gaat, en dat is verwijtbaar.
    4. Iets met een psychische achtergrond is niet te behandelen, de patiënt wordt met zijn of haar hulpvraag afgewezen.

    "Eigen schuld, dikke bult"

    De reden dat ik zulke reacties als defensief zie, is dat het gaat om schuld, om "eigen schuld, dikke bult". Men voelt zich beschuldigd als gezegd wordt dat een bepaalde klacht een psychische achtergrond heeft. Zo'n gevoelde beschuldiging voelt dan als niet terecht en kwetsend. Men wordt kwaad en verdedigt zich door de beschuldiging te ontkennen. De ontkenning neemt de vorm aan van het idee dat het dus niet psychisch is. Echter, hiermee wordt de baby dan met het badwater weggegooid, want het is, in feite, niet werkelijk een beschuldiging en de klacht kan wel degelijk echt een psychische oorzaak of achtergrond hebben.

    Als iets psychisch is, is dat vaak net zo min een geval van eigen schuld als wanneer iemand een genetische afwijking heeft die een vervelende ziekte veroorzaakt. Mensen hebben feitelijk niet zo heel veel invloed op hun gevoelsprocessen. In het bijzonder niet in hun kinderjaren, wanneer de kernen voor de meeste in de psyche gebaseerde problemen zich vormen. Kinderen hebben nu eenmaal per definitie onvolgroeide hersenen en zullen dus niet de meest volmaakte gevoelens ontwikkelen. Ook krijgen kinderen niet altijd de meest volmaakte opvoeding en is de maatschappij niet werkelijk gericht op een volmaakte emotionele ontwikkeling van mensen. To say the least.

    In de kindertijd ontstane gevoelspatronen gaan niet vanzelf weg, die blijven invloed hebben. Iedereen kan dus wat minder volmaakte gevoelsprocessen hebben. Om verschillende redenen kunnen daarop lichamelijke reacties ontstaan, die problematische vormen aannemen.

    Is het zowiezo al niet terecht om bij psychische achtergronden schuld te veronderstellen, voor sommigen is het wel erg duidelijk dat dit niet het geval is. Mensen die als kind geweld of seksueel misbruik hebben ondervonden, hebben in hun volwassen leven vaak allerlei psychische en lichamelijke problemen. Lichamelijke pijn, bijvoorbeeld, kan dan veel meer angst met zich meebrengen als bij iemand die als kind voornamelijk liefdevol behandeld is. Dit kan vervolgens allerlei problemen met pijnen veroorzaken. Iemand kan bijvoorbeeld ook "onverklaarbare" problemen met vermoeidheid ontwikkelen. De schuld ligt hier dan toch bij degenen die het kind misbruikt hebben.

    Iets kan dus wel voelen als een onterechte beschuldiging, maar toch op een werkelijk iets wijzen. Zelf zie ik psychische issues niet als iets wat verwijtbaar is.

    "Lichamelijke klachten hebben geen psychische oorzaken"

    Het is erg jammer dat sommigen denken dat lichamelijke problemen geen psychische oorzaken kunnen hebben. Vanuit mijn jarenlange dagelijkse ervaring met het verwerken van mijn eigen gevoelens heb ik dit zodanig veel bij mijzelf gezien, dat ik denk dat dat in het algemeen in feite veel vaker het geval is dan gedacht wordt. In een toekomstige publicatie wil ik daar dieper op in gaan, met specifieke mechanismen en manieren om de gevoelens te verwerken.

    Het grote probleem bij het onderzoeken of verwerken van gevoelens is dat verreweg de meeste mensen in hun leven zodanig veel gekwetst zijn, op allerlei verschillende manieren, dat het moeilijk is om gevoelens ongefilterd toe te laten en te voelen. De grote hoeveelheid oordelen, bijvoorbeeld, waar mensen elkaar mee confronteren, gecombineerd met allerlei vormen en mates van verbale agressie (of anderszins) zorgt ervoor dat mensen veel angst voor gekwetsheid ontwikkelen. In het algemeen kunnen mensen daardoor niet zo goed bij hun gevoel, en al helemaal niet bij de onderliggende gevoelens uit hun kindertijd die hun gedrag en gevoel voor een groot deel sturen. Het is, bij wijze van spreken, makkelijker om onderzoek te doen naar de werking van de hersenen, dan naar wat er, onder de oppervlakte, aan gevoelens in iemand omgaat. Sommigen hebben het liever over het "beloningscentrum" dat wordt aangesproken, dan over dat iets bevredigend voelt, of over een "gelukshormoon" dat in de hersenen vrijkomt, dan over een gevoel van blijdschap.

    Overigens is er een naam voor lichamelijke klachten met psychische oorzaak: deze heten "psychosomatisch". Voor zover mij bekend, wordt hier onderzoek naar gedaan en zijn er allerlei verbanden bekend.

    "Arts wil gebrek aan begrip niet toegeven"

    De opmerking dat artsen gebrek aan begrip niet zouden willen toegeven, als ze zeggen dat een klacht een psychische oorzaak heeft, is een beschuldiging. Deze beschuldiging zal een reactie zijn op de gevoelde beschuldiging waar ik het eerder over had. Wanneer mensen zich onterecht beschuldigd voelen zijn ze nogal eens geneigd om in hun kwaadheid degene door wie ze zich beschuldigd voelen te gaan beschuldigen.

    Zelf heb ik nooit de indruk gehad dat een arts naar mij toe iets beweerde, alleen omdat deze zelf niet begreep wat er aan de hand was. Ik vind het ook wat vergezocht, om te veronderstellen dat een arts naar het argument van "het is psychisch" zou grijpen, om eigen onvermogen te verdoezelen. Vanuit mijn eigen ervaring weet ik ook met zekerheid dat lichamelijke klachten psychische oorzaken kunnen hebben.

    De arts zal wellicht niet direct aan kunnen geven wat dan precies die psychische oorzaak is. Dat is iets waar dan nader onderzoek naar nodig zou zijn.

    "Lichamelijke klachten met psychische achtergrond zijn niet te behandelen"

    Als de oorzaak van een lichamelijk klacht "psychisch" en "eigen schuld" zou zijn, dan kan het erop lijken dat deze niet te behandelen zou zijn. Er op een verwijtende manier naar kijken leidt dan tot gedachten als "je doet het zelf, zoek het zelf dus maar uit". Men voelt zich dan met de hulpvraag in de steek gelaten en vernederd met dat idee van eigen schuld. De dokter kan het niet behandelen, maar hoe je dat zelf dan zou moeten aanpakken is volstrekt onduidelijk. En mensen willen de optie van psychotherapie nogal eens niet, want ze "zijn toch niet gek?"

    Mijn indruk is dat er ook grenzen zijn aan wat medische professionals kunnen bereiken bij psychosomatische klachten. Je komt al gauw bij psychotherapie of psychiatrie uit, met EMDR indien nodig, maar dat is lang niet altijd effectief. Er is het probleem om zich al of niet tegenover zo'n therapeut te openen. Er is al of niet een klik, die toch wel veel invloed heeft. En je kunt je afvragen of de vorm van eenmaal per week een gesprek van 3 kwartier of een uur wel zo'n goede vorm is. Als iemand de vaardigheden heeft om zonder hulp gevoelens te verwerken, kan die dat doen wanneer de problematische gevoelens opkomen, in plaats van te moeten wachten tot de volgende sessie.

    Daarom geloof ik meer in een Mindfulness-achtige benadering, zoals ik die zelf al vele jaren gebruik. Behalve mijn ervaring met mijn terugkomende lage rugpijn, heb ik de afgelopen driekwart jaar ook met succes aan andere lichamelijke problemen gewerkt. Maar daarover op een ander moment meer.

    De psychologie van lage rugpijn

    © | 1 november 2014 | , | reageren (2)

    De laatste keer dat ik lage rugpijn had, lukte het me de betrokken emoties zodanig te doorvoelen, dat ik niet verwacht het nog eens te krijgen.

    Spanning

    Als lage rugpijn bij mij erg pijnlijk werd, dan was er altijd sprake van veel spanning, die ik kreeg als reactie op pijn die er was. De spanning maakte ik om mijzelf tegen de pijn te beschermen, maar het gevolg was dat ik daardoor nog meer pijn kreeg. Door de extra pijn ging ik dan mijn rugspieren nog meer aanspannen, met als gevolg nog meer pijn. Een vicieuze cirkel, dus. Spieren aanspannen tegen pijn is een min of meer normale reactie, maar het kan volstrekt tegengesteld werken aan wat je wilt.

    Door de pijn en mijn verzet ertegen bewust te gaan voelen, lukte het me om de vicieuze cirkel te doorbreken. Om de pijn te verminderen, gebruikte ik ook pijnstillers en acupressuur, waarover later meer.

    Kanteling van het bekken

    Op een gegeven moment kon ik het toelaten dat er pijn was, zonder me ertegen te verzetten. Dat stelde me in de gelegenheid te gaan voelen wat er nu precies gebeurde, daar onder in mijn rug. Ik wist reeds, dat mijn ruggengraat een enigszins abnormale buiging had, de normale S-vorm was te geprononceerd. Ik merkte dat ik mijn bekken naar achteren kantelde, wat de extra buiging in mijn ruggengraat veroorzaakte, en dat dit een spanning in de spieren rond mijn ruggengraat erboven veroorzaakte, die pijn deed. Deze pijn was waar het allemaal mee begon.

    In eerste instantie ben ik een paar weken beziggeweest met te proberen mijn bekken meer in een normale stand te kantelen. Dat leek maar ten dele effect te hebben. Ik ben daarom meer precies gaan voelen wat het achterwaards kantelen van mijn bekken veroorzaakte en vond toen een heel stelsel van gevoelens dat dit deed. Het voelen van die gevoelens bleek een ontspanning te geven, die mijn bekken in een meer normale stand deed terugkantelen, en de pijn daarmee deed verminderen.

    Emotionele ingehoudenheid

    Door iets wat een Taichi-lerares eens tegen me gezegd had over de stand van mijn bekken, zag ik dat mijn houding van emotionele terughoudendheid effect had op de stand van mijn bekken. Als ik iets wil, en mijn lichaam drukt dat uit, dan is er een beweging in mijn bekken naar dat wat ik wil. Als ik dan bang ben en mij inhoud, kantelt mijn bekken naar achteren. Dit geeft dan het begin van de pijn, die kan gaan escaleren tot iets wat enorm zeer kan gaan doen.

    Dit is dus in feite de wortel van het probleem. Doordat ik mijzelf tegenhoud, mijn eigen wil dus blokkeer, kantelt mijn bekken naar achteren, wat de overdreven S-vorm van mijn ruggengraat veroorzaakt, en daarmee de lage rugpijn.

    Ik was in staat om veel van de gevoelens uit mijn kindertijd bewust te worden, waarbij dit het issue was, door te voelen wat er nu precies daar onder in mijn rug en bekken gebeurde. De eerste weken had dat tot gevolg dat de pijn erger werd, maar na elke doorvoelde herinnering uit mijn onbewuste werd deze weer minder. Na verloop van tijd kwam de pijn onder in mijn rug steeds minder vaak op en werd minder pijnlijk. Tegenwoordig heb ik er zelden nog last van en verwacht ik niet dat het ooit nog zo zou kunnen escaleren als het vroeger deed.

    Het doorvoelen van deze issues had een duidelijk effect op mijn emotionele gesteldheid. Ik heb gemerkt dat mijn wil krachtiger werd en dat ik mij doortastender op ben gaan stellen. Ik voel me daardoor meer mezelf.

    Soms gaan mensen als ze lage rugpijn hebben op bed liggen. Dit wordt door doktoren afgeraden, omdat de ervaring is dat het hierdoor niet overgaat, en zelfs erger kan worden. Vanuit het idee dat lage rugpijn uiteindelijk door jezelf inhouden veroorzaakt wordt, is dit ook begrijpelijk, omdat op bed gaan liggen een vorm van jezelf inhouden is.

    Pijnstillers als placebo

    Een veelgehoord medisch advies bij lage rugpijn, is om pijnstillers te nemen (bijv. Paracetamol of Ibuprofen). Ik heb het idee hierachter vroeger altijd logisch gevonden. Door de pijn te onderdrukken, ontspannen de spieren, waardoor er weer minder pijn ontstaat. Echter, wat ik voelde dat er gebeurde, was dat het wel leek alsof de pijnstillers soms geen enkel effect leken te hebben. Soms ook wel, voornamelijk in het begin dat ik pijnstillers hiervoor gebruikte. Maar, ik vraag me nu af, of dit niet slechts een placebo-effect was. Wat ik denk dat er gebeurt, is dat bij pijnstilling de escalatie van spierspanning die pijn veroorzaakt gewoon verder doorgaat. De pijnstilling doet wel wat, maar het helpt niet.

    Nu blijkt er in Australië een onderzoek te zijn geweest naar het effect van pijnstilling bij lage rugpijn, vergeleken met placebo. Wat bleek, was dat er geen verschil was in de duur van de lage rugpijn, tussen de pijnstillers en placebo.

    Niet voorover buigen maakt het erger

    Een ander medisch advies, dat vroeger veel gegeven werd, is om lage rugpijn te voorkomen door de onderrug niet voorover te buigen. Het zou slecht zijn om voorover te buigen om iets van de grond op te tillen bijvoorbeeld, en je zou dan je rug recht moeten houden, en meer door de knieën moeten zakken. Wat ik merkte, was dat juist dit advies bij mij de rugpijn verergerde. Want, wat moet je, als je om iets bepaalds te doen, hoe dan ook voorover moet buigen? Ik denk bijvoorbeeld aan het opendraaien van een kraan om de handen te wassen. Omdat ik al rugpijn had, geloofde ik, op basis van het advies, dat dit erger zou worden, als ik voorover zou buigen om de kraan open te draaien. Maar wat in werkelijkheid gebeurde, was dat ik gespannen werd als ik toch naar voren moest buigen, wat de pijn natuurlijk verergerde.

    In een video over rugpijn op een Duitse krantenwebsite, zag ik dat men tegenwoordig mensen leert om dit vooroverbuigen gewoon wel te doen. Mensen moeten het vaak afleren met specifieke oefeningen, als ze dit verkeerde advies vroeger opgevolgd hebben. Ik heb zelf vele malen uitgeprobeerd of het vooroverbuigen effect had op de nog niet genezen lage rugpijn, maar dit bleek volstrekt niet het geval te zijn.

    Acupressuur

    Naast pijnstillers heb ik acupressuur gebruikt om de rugpijn te verminderen. Met de methode die ik gebruikte, verminderde de pijn met de helft (gevoelsmatig), in ongeveer anderhalve minuut. Ik voelde me dan ontspannener en alsof ik meer kon verdragen, waarbij mijn spieren soepeler voelden en meer konden hebben.

    Mijn indruk was, dat dit echt hielp het genezingsproces te versnellen. Maar ik kan niet uitsluiten, dat hetzelfde probleem als met pijnstillers ontstond, dat de escalatie van spanning als reactie op pijn gewoon verder doorging.

    (De punten die ik gebruikte waren Maag-36 en Milt-6, aangevuld met een oefening om punten op de voet te stimuleren. Die oefening bestaat uit het met de hand de voet rond de enkel draaien, en daarna min of meer op dezelfde manier de tenen rond de voet draaien.)

    Wu-wei ofwel Niet-doen

    © | 9 juni 2013 | | reageren (0)
    Uit de Taoistische filosofie komt het begrip Wu-wei. Letterlijk vertaald betekent het "Zonder te doen" of "Niet-doen". Soms wordt hieraan gerefereerd alsof het gaat om "iets doen zonder te doen", of iets "als vanzelf" te doen. Dat is echter niet hoe ik het begrijp.

    Het "doen" waar het hier, naar mijn idee, over gaat, is het "doen" van gevoelens. Je proberen "beter te doen voelen", iets "doen" om een gevoel van eigenwaarde te krijgen, de ander iets te "doen" inzien, met als doel jezelf daardoor beter te voelen. Of, je eigen gevoel van niet goed genoeg-zijn, ongedaan proberen te maken door jezelf te forceren en "beter je best" te doen. Het "vasthouden" van een bepaald gevoel, met de hoop op die manier gelukkiger te zijn. Het is in feite zelf-manipulatie.

    Het alternatief voor dit "doen" is je gevoelens er te laten zijn en hun natuurlijke beloop te laten hebben. Je "doet" dan niets "tegen" die gevoelens, maar je voelt die, vaak onplezierige, gevoelens. Als je je er niet tegen verzet, en ze daardoor compleet voelt, dan gaan ze vanzelf over, om plaats te maken voor iets anders. Er is dan geen noodzaak meer er iets tegen te doen.

    Als je je bijvoorbeeld minderwaardig voelt, zou je de neiging kunnen hebben hier iets tegen te doen door iets groots of prestigieus te doen, bijvoorbeeld veel geld verdienen. Maar als je het gevoel van minderwaardigheid toe zou laten, en onderzoekt waar het precies vandaan komt, welke situatie uit je verleden, dan zal het over gaan, en voel je je natuurlijke waarde. Iedereen is namelijk uiteindelijk evenveel waard.

    De gevoelens waar we ons tegen verzetten zijn meestal gevoelens uit ons verleden. Juist doordat we er iets tegen proberen te doen, gaan die gevoelens niet over. Ze blijven onder de oppervlakte aanwezig. Als iemand bijvoorbeeld zijn gevoel van minderwaardigheid probeert ongedaan te maken door veel geld te verdienen, dan blijft dat gevoel. Als het na verloop van tijd weer de kop op gaat steken, zal zo iemand denken dat hij nog veel meer geld moet gaan verdienen. Zo blijft dat dan maar doorgaan.

    Het "doen" werkt dus in feite niet. Als je iets tegen gevoelens doet, dan lijkt dat wel te werken, omdat ze uit zicht raken. Maar dat is niet echt zo, omdat de gevoelens toch blijven. Dus eigenlijk is het zinloos om dat te doen.

    Overigens is het niet makkelijk om te leren niet te doen. Vaak zien we aspecten over het hoofd, waardoor gevoelens toch blijven. Je voelt bijvoorbeeld wel je minderwaardigheid, maar realiseert je niet dat dit gevoel afkomstig is uit een situatie uit je jeugd, waarbij je je bijvoorbeeld minderwaardig voelde ten opzichte van een klasgenoot die stoerder, intelligenter of mooier leek dan jij. Als je dat gevoel in je volwassen leven ongedaan probeert te maken door veel geld te verdienen, doe je dat in feite nog altijd om beter af te steken tegenover die ene klasgenoot van vroeger, die je zowiezo nooit meer ziet, zonder dat je daar bewust van bent.

    Wu-wei gaat dus in de eerste plaats om het niet-doen van gevoelens. Niet om iets "als vanzelf" te doen, of te "laten gebeuren". Dan zijn hoogstens efficiënte manieren van handelen. Wu-wei gaat in feite om "jezelf zijn".

    De heftige Noord-Koreaanse emoties

    © | 28 december 2011 | | reageren (1)

    De Noord-Koreanen laten in groten getale heftige emoties zien vanwege het overlijden van hun leider Kim Jong-il. Velen in het Westen hebben zich daarover verbaast. Er werd gespeculeerd dat dit alles geacteerd en georganiseerd is. Ook dat dit toch oprechte emoties zijn, omdat kinderen in Noord Korea van jongs af aan geleerd wordt dat hun leider enorm geweldig en goed is.

    Zoals bekend, is de realiteit dat er hongersnood heerst in Noord Korea en dat het land bijzonder geïsoleerd van de rest van de wereld is. De mensen voelen zich dus zeer afhankelijk van hun leider, maar het kan haast niet anders, of ze voelen zich ook structureel door hem in de steek gelaten. Ik denk dat de combinatie van deze twee in feite leidt tot de heftige emoties.

    In de steek gelaten voelen leidt nogal eens tot dramatisatie als verdedigingsmechanisme (hysterie). De expressie van gevoelens worden extra dramatisch aangezet, om zo zichtbaarder te zijn voor de persoon waarvan men afhankelijk is. Dit in de hoop hiermee duidelijk te maken dat de situatie zo ernstig is, dat die persoon ophoudt met in de steek te laten. Het is een roep om aandacht.

    Door zo opzichtig dramatisch te rouwen, vragen de Noord-Koreanen in feite van de nieuwe leiders om meer aandacht aan hen te besteden.

    In dit beeld past ook de wat vreemde situatie dat de overleden leider grote hoeveelheden vis voor de bevolking beschikbaar stelde bij zijn overlijden. Dit is een gebaar dat als het ware betekent: "Ik laat jullie niet in de steek, ik wil jullie niet laten verhongeren". Daarmee wordt alleen wel bevestigt dat er sprake is van in de steek laten.

    « Vorige