Onderwerp "psychologisch onderzoek"
Affirmaties helpen niet
In New Age kringen is het gebruik van "affirmaties" gemeengoed. Hierbij is het de bedoeling het zelfbeeld op te krikken door zinnen tegen jezelf te zeggen als "ik ben het waard om van te houden" of "ik accepteer mezelf volledig". Het is de bedoeling dat je dit gaat geloven.
Nou is het een feit dat je in je onbewuste allerlei beelden van jezelf hebt die wat je uiteindelijk werkelijk bent sterk beperken. Het gebruik van affirmaties is dan een poging van hetzelfde mechanisme van zelfbeelden gebruik te maken, maar dan om de schade daarvan te verminderen.
Ik heb tegen deze praktijk zelf altijd wantrouwig gestaan. Wanneer je een affirmatie tegen jezelf zegt, dan lieg je tegen jezelf. Als je affirmeert "ik accepteer mezelf volledig", dan zeg je dat omdat dat niet zo is. Ik wil niet tegen mezelf liegen. Ik wil weten wat ik echt voel. Zo respecteer ik mezelf.
Dit is waarschijnlijk waarom ik me zo tot de Inquiry oefening van de Diamond Approach aangetrokken voel. Hierbij leidt het werkelijk voelen tot het oplossen van de zelfbeelden.
Affirmaties helpen niet, aldus een artikel in NRC over onderzoek ernaar. Er werden twee vormen van affirmaties onderzocht: dat mensen dit spontaan doen en op verzoek van de onderzoekers.
De meeste mensen blijken wel spontaan positieve dingen tegen zichzelf te zeggen in situaties dat ze zich "negatief" voelen, zoals voor examens of als reactie op vervelende gebeurtenissen. Veel mensen hebben het idee zichzelf hierdoor beter te gaan voelen, maar mensen met weinig zelfvertrouwen soms juist niet.
Als de onderzoekers mensen vroegen om een bepaalde affirmatie gericht op zelfvertrouwen een tijdje te herhalen, bleek dat mensen met van zichzelf weinig zelfvertrouwen er zich slechter door gingen voelen. Ik denk dat als een affirmatie je iets zegt over jezelf dat niet waar is, je eraan herinnert wordt wat werkelijk het geval is. In het bijzonder als iemand anders je vraagt die affirmatie te doen, of als iemand iets positiefs over je zegt waarvan je wel weet dat het niet waar is.
Humor maakt het onacceptabele acceptabel
'Humor verleidt tot kopen', aldus Nu.nl, over een promotieonderzoek van sociaalwetenschapper Madelijn Strick. Zij heeft gekeken naar wat mensen doen, in plaats van wat ze zeggen te doen, als ze een humoristische reclameboodschap gezien hadden. Ze vondt dat mensen toch wel producten kiezen waarvan ze humoristische reclame gezien hadden, overigens zonder zich bewust te zijn door de reclame beïnvloed te zijn.
Reclamemakers lijken dat al langer te weten, getuige de grote hoeveelheden reclame waar humor een rol in speelt. Zowel dat mensen door humor producten positief gaan waarderen, als wel als dat mensen zich niet van die invloed bewust zijn, wat de acceptatie van de reclame bevordert. Als je merkt dat je gemanipuleerd wordt, verzet je je ertegen, en dat gebeurt dus niet.
Humor maakt kennelijk dat onacceptabele zaken acceptabel worden.
Je ziet dat ook bij cabaretiers, die, zolang het humor is, allerlei zaken kunnen zeggen die anders als onbetamelijk gezien kunnen worden. Op zijn site staat dat "creatief kwetsen" het handelsmerk van Youp van 't Hek is. Ook Paul de Leeuw kwetst veel en creatief, in zalen met mensen die overigens een allervriendelijkste indruk maken.
Veel mensen vinden humor in een relatie belangrijk. Het geeft een prettig gevoel en smeert als het ware de communicatie. Ik voel het als dat degene die dingen met humor brengt sympathiek gevonden wordt omdat diegene ons prettig doet voelen.
Zo komt die met meer weg, en kan ook vijandigheid uiten in de humor. Degene die dan het object van die vijandigheid is, voelt wel degelijk de pijn en vernedering, maar toch ook sympathie voor de grappenmaker. De steun die de grappenmaker, al of niet ingebeeld, verwerft, kan het verder erg moeilijk maken je assertief op te stellen tegen het humorvolle kwetsen. Of tegen de manipulatie van de telemarketer of reclamemaker.
Meditatie vergroot emotionele vermogens
'Meditatie vergroot hersenvolume', aldus nu.nl, dat aan onderzoek met MRI hersenscans refereert, waaraan weer gerefereert wordt in ScienceDaily. Mensen die verschillende vormen van meditatie 5 tot 46 jaar beoefend hadden bleken grotere hersendelen te hebben die specifiek met het omgaan met emoties te maken hebben.
Kenmerkend is dat in de huidige tijd een onderzoek naar meditatie gebeurd aan de hand van hersenvolumes. Door wetenschappers en de moderne mens wordt dit kennelijk als zeer "objectief" gezien, het gaat hier immers om meetbare hoeveelheden materie, en niet over zoiets "vaags" als geobserveerde gevoelens.
Voor veel mensen die mediteren ligt dit waarschijnlijk anders. Die zijn meer betrokken bij hun eigen gevoelens, die voor hen veel reëler zijn als zoiets "vaags" als hoeveelheden materie in de hersenen.
Het artikel in ScienceDaily noemt verder door eerdere, meer psychologische onderzoeken gevonden eigenschappen van mensen die veel mediteren. Genoemd worden het vermogen positieve emoties te cultiveren, emotionele stabiliteit te bewaren, en aandachtig gedrag. Verder blijken meditators meer focus en beheersing over hun emoties te hebben, lagere stress niveaus, en sterkere immuunsystemen.
Wat mij in deze omschrijving opvalt is de nadruk op "beheersing" en "positieve emoties". Ik denk dat mensen die veel mediteren juist spontaner zijn, en dus minder beheersing van emoties hebben dan de gemiddelde mens. Verder zou ik verwachten dat meditators meer positieve emoties hebben, maar ik zie dat niet als iets wat gecultiveerd wordt. Het is meer zo dat het toelaten van zowel positieve als negatieve gevoelens leidt tot het oplossen van onbewuste structuren en de gevoelens die daar onderdeel van zijn. Dit heeft tot gevolg dat vooral de negatieve gevoelens die waarschijnlijk het grootste deel van het onbewuste uitmaken, niet meer zo sterk aanwezig zijn.
Enquête onderzoeken naar geluk
Met enige regelmaat verschijnen er in de media berichten over enquêtes naar geluk. Met in gedachten hoeveel mensen onbewust houden, vraag ik mij af wat die onderzoeken nou eigenlijk werkelijk zeggen.
Er is een soort druk dat je gelukkig moet zijn. Dat begint al met het standaard antwoord dat mensen geven op de vraag "Hoe gaat het met je?". Het gaat natuurlijk goed met je! Daarom vraag ik me af in hoeverre mensen antwoorden op geluks-vragen niet te positief zullen beantwoorden, ook al zullen ze in anonieme onderzoeken wellicht wat eerlijker zijn dan in het dagelijks leven.
Mensen doen van alles om onplezierige gevoelens uit het bewustzijn te houden. Geluk wordt vooral geassocieerd met het hebben van positieve gevoelens als blijdschap, liefde en tevredenheid. Dus worden onplezierige gevoelens onderdrukt, waardoor ze hun invloed trouwens blijven houden, maar dan onbewust. Gespannenheid verbergt ze, alcohol verdooft ze, continue muziek leidt ervan af. Manipulatie van zichzelf en anderen 'verbetert' gevoelens. Anderen krijgen de schuld. Het doen van leuke dingen, om vooral maar niet de innerlijke leegte te voelen.
Ik denk dat geluk vooral te maken heeft met jezelf zijn. Zonder onderdrukken voluit en diep kunnen voelen, niet slechts een oppervlakkige indruk hebben van emoties. Geen noodzaak voelen te verdedigen tegen onplezierige gevoelens. Geen dingen nodig hebben om tevreden te zijn met jezelf.
Verdriet en angst maken je dan niet ongelukkig. Je hebt dan een basisvertrouwen in het leven.
Maar hoe kun je met een enquête meten of mensen zichzelf zijn? Mensen willen niet weten wat ze zichzelf niet toestaan om te voelen, dus hoe kunnen ze daar wat over zeggen?
Dit zijn wat artikelen op Nu.nl over onderzoeken naar geluk:
- 'Nederlanders voelen zich gelukkig'
- 50-plusser steeds gelukkiger
- 'Persoonlijk geluk belangrijker dan droombaan'
- Zussen maken gelukkiger dan broers
- Nastreven bezit maakt ongelukkig
- 'Minder geld maakt niet ongelukkig'
- 'Beter orgasme leidt tot gelukkiger leven'
- Geluk blijkt besmettelijk
De conclusies in de journalistieke artikelen over de onderzoeken vind ik trouwens soms niet zo overtuigend. Leidt een beter orgasme tot een gelukkiger leven, of is dit juist andersom? Is geluk besmettelijk, of trekken mensen die zich op een bepaalde manier gelukkig voelen elkaar aan?
Inschatten van komende ervaringen
In het artikel 'Oordeel voorganger voorspelt ervaring beter' in NRC van 21 maart 2009 wordt een onderzoek naar de betrouwbaarheid van het voorspellen van ervaringen beschreven. Mensen maken van tevoren inschattingen over hoe leuk een date zal zijn bijvoorbeeld. Uit het onderzoek blijkt dat eigen inschattingen minder betrouwbaar zijn dan die van iemand anders, die een soortgelijke ervaring gehad heeft.
Waar zijn eigen inschattingen nu eigenlijk op gebaseerd? Je zou zeggen, op zelfkennis. Maar wat meer waarschijnlijk is, op wat er uit het onbewuste boven komt drijven, als associatie bij de kennis van de komende ervaring die er is.
Als de komende ervaring werkelijkheid wordt, zullen er hoogstwaarschijnlijk niet dezelfde reacties zijn als die er eerder opkwamen, omdat er dan veel meer, en andere, percepties zijn waarop gereageerd wordt.